Onlangs stond ik een cliënt bij die ervan werd verdacht te hebben gereden onder invloed.
Wat was de casus?
In november 2021 wordt cliënt op de parkeerplaats voor zijn huis staande gehouden. Cliënt zou volgens de agent onder meer hevig slingerend en met wisselende snelheden over de weg hebben gereden waardoor het vermoeden bestond dat cliënt onder invloed was. Cliënt geeft direct aan dat hij geen Nederlands, maar Engels spreekt en de agent niet begrijpt. Die mededeling was kennelijk aan dovemansoren gericht, want de agent gaat gewoon door in het Nederlands en neemt niet eens de moeite om bijvoorbeeld een tolk in te schakelen.
Zonder nader in te gaan op de details van hetgeen daarna gebeurde, iets met hardhandig politieoptreden en letsel, werd cliënt op enig moment onderworpen aan een voorlopige ademanalyse. De uitslag daarvan gaf aanleiding cliënt te bevelen mee te werken aan een ademanalyse.
Het recht op tegenonderzoek
Over het verloop van de afgenomen analyse zijn de lezingen verschillend, maar de uitslag is vrij duidelijk: 610 ug/l/. Een alcoholgehalte dat veel te hoog is voor zowel normale als beginnende bestuurders. Cliënt wordt zodoende gedagvaard wegens overtreding van artikel 8 lid 3 sub a onder 2 én 3 Wegenverkeerswet 1994. Oftewel, het besturen van een personenauto na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank met een veel te hoog alcoholgehalte.
De zaak komt in september 2022 voor bij de politierechter en die spreekt cliënt vrij. Waarom? Omdat de rechter het met de verdediging eens was dat cliënts rechten zijn geschonden. Cliënt is niet op een voor hem begrijpelijke wijze gewezen op zijn recht op een tegenonderzoek, een onderzoek waarmee de uitslag van het ademonderzoek wordt bestreden. Daardoor is niet voldaan aan de in artikel 163 lid 10 WVW opgenomen regels die een stelsel van strikte waarborgen vormen waarmee het onderzoek van artikel 8 WVW is omringd. Het recht op tegenonderzoek is immers in het Nederlands aan cliënt medegedeeld en niet in een voor hem begrijpelijke taal, te weten Engels.
De regeling omtrent de mogelijkheid tot het (laten) verrichten van een tegenonderzoek maakt, zoals hiervoor vermeld, deel uit van een stelsel van strikte waarborgen, zie in dit verband een arrest van de Hoge Raad met ECLI-nummer (ECLI:NL:HR:2000:AA4777). Gelet hierop moet worden aangenomen dat het bewijs van het handelen in strijd met het eerste, tweede lid of derde lid van artikel 8 WVW slechts dan mede op het resultaat van een ademonderzoek mag worden gegrond als in verband met dat onderzoek de in artikel 163 lid 10 WVW bedoelde nadere regels in acht zijn genomen.
Recentelijk oordeelde het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (ECLI:NL:GHARL:2022:6627) eveneens dat ondanks het feit dat verdachte recalcitrant was aan hem wel de cautie, het recht op consultatie- en verhoorbijstand en het recht op tegenonderzoek medegedeeld had moeten worden: ‘Het hof merkte daarbij op dat uit het dossier blijkt dat het ademonderzoek, waarvoor – naar het hof ambtshalve bekend is – wèl enige rust en ontvankelijkheid voor c.q. bereidheid tot het volgen van instructies van de zijde van de verdachte vereist is, ondanks verdachtes op meerdere (andere) momenten gedurende het politiecontact weinig coöperatieve houding, wel overeenkomstig de geldende procedureregels heeft plaatsgehad. Deze vaststelling plaatst temeer vraagtekens bij het verzuim van de politie om aan haar wettelijke verplichtingen te voldoen. Het nalaten van bovengenoemde waarborgen onherstelbare vormverzuimen oplevert, waaraan de consequentie uitsluiting van het resultaat van het ademonderzoek als bewijs moet worden verbonden.’
Nu verzuimd is cliënt op een begrijpelijke manier te wijzen op dit recht én er dus geen onderzoek heeft plaatsgevonden binnen de 90-minutentermijn zoals genoemd artikel 12 lid 3 van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen zijn de regels niet in acht genomen zodat het resultaat van het ademonderzoek van het bewijs werd uitgesloten hetgeen, wegens gebrek aan toereikend wettig bewijs, leidde tot vrijspraak.
Conclusie?
Wordt u (onder meer) verdacht van rijden onder invloed, neem dan contact op met
Sabrina Nahar of
David Duijvelshoff.