Uitspraak: Kwalificatie arbeidsovereenkomst én beoordeling handelen werkgever.

By:
Posted: februari 18, 2019
Category: Arbeidsrecht

Op 3 oktober 2017 plaatste rechtspraak.nl het volgende nieuwsbericht:

[Werkgever] (een aanbieder van juridische diensten) moet een vrouw een vergoeding betalen van 15.000 euro – nadat het bureau de arbeidsovereenkomst met haar ten onrechte had beëindigd. Dat heeft de kantonrechter beslist. [Werkgever] had de vrouw een klus aangeboden bij uitkeringsinstantie UWV: zij zou gaan meewerken aan het project Secretaresse. De arbeidsovereenkomst zou eindigen zodra dat project zou eindigen. Nadat de vrouw zich ziek meldde, beëindigde [werkgever] de arbeidsovereenkomst. Maar dat kan niet zomaar, oordeelt de rechter nu: het project was immers nog niet afgelopen.’

In deze zaak werd mijn cliënte, de werkneemster, mijns inziens terecht in het gelijk gesteld. De werkgever liet het er echter niet bij zitten en stelde hoger beroep in.

Wat vond het hof Amsterdam ervan?


Het hof heeft - inmiddels ruim een half jaar geleden - de beschikking bekrachtigd; er was inderdaad sprake van een arbeidsovereenkomst voor de duur van het project én de werkgever had ernstig verwijtbaar gehandeld (artikel 7:671b lid 8 sub c BW).

Het hof vond de billijke vergoeding van €15.000,- echter te hoog en kende een vergoeding toe van €7.500,-. Reden: Werkneemster ontving een Ziektewetuitkering en het project zou (“maar”) een jaar hebben geduurd.

Wat had de werkgever gedaan?


- Zich niet als goed werkgever gedragen door - ondanks het verzoek van de werkneemster - geen bedrijfsarts in te schakelen om de mogelijkheden van re-integratie te onderzoeken (artikel 7:611 BW, artikel 7:658a BW en Arbowet);

- Werkneemster geadviseerd zich niet ziek te melden, maar een Werkloosheidsuitkering aan te vragen omdat dit beter zou staan op haar curriculum vitae. Werkneemster werd hierdoor niet alleen onjuist voorgelicht, maar de werkgever trachtte hiermee alle gevolgen van de ziekmelding af te wentelen; en

- Voor een arbeidsrechtelijke constructie gekozen die onduidelijkheid schiep waardoor werkneemster genoodzaakt was een procedure te starten om haar rechten vast te stellen (artikel 7:655 BW).

Arbeidsrechtelijke constructie?


Voordat werkneemster een arbeidsovereenkomst kreeg, ontving zij een e-mail van werkgever waarin stond dat sprake was van ‘Een projectdienstverband zolang het project duurt’. In de arbeidsovereenkomst die daarop volgde, stond dat de overeenkomst voor bepaalde tijd was aangegaan ‘voor het project Secretaresse bij werkgever het UWV via Conclusion Implementation en eindigt van rechtswege als het project bij UWV eindigt,’. Daar kun je dan toch niet meer omheen?

De werkgever dacht daar anders over en stelde zich op het standpunt dat bij de uitleg van voornoemd beding ‘de feitelijke omstandigheden, met name de gekozen constructie van inlening en doorlening in samenhang met de onderliggende contractuele afspraken tussen verschillende partijen (het UWV, Conclusion en [werkgever]), in ogenschouw moeten worden genomen.’ .. ‘Onder dit project dient dan ook te worden verstaan: de inlening van een persoon al secretaresse voor het veelomvattender project IV-transitie. Het project dient dus eng te worden uitgelegd. Doordat de inlening van [werkneemster] stopte en de functie van [werkneemster] intern door het UWV werd ingevuld, is het project ten einde gekomen, aldus nog steeds [werkgever].’

Het hof paste de Haviltex-maatstaf toe en oordeelde voorts dat ‘Gesteld noch gebleken is dat [werkgever] vóór, ten tijde van of ná het aangaan van de arbeidsovereenkomst aan [werkneemster] (schriftelijk) kenbaar heeft gemaakt dat onder de duur van het project diende te worden verstaan de periode gedurende welke [werkneemster] in dat kader werkzaamheden voor het UWV zou verrichten dan wel de periode gedurende welke de opdracht van UWV tot inlening van een secretaresse voor het project zou blijven bestaan.’

Dat er andere afspraken golden tussen verschillende partijen (het UWV, Conclusion en [werkgever]) waren bovendien geen omstandigheden die ‘tot een ander oordeel leiden omdat die afspraken los staan van de rechtsverhouding tussen [werkgever] en [werkneemster].’

Het feit dat aan werkneemster een Ziektewetuitkering was toegekend, had daar evenmin invloed op. Het UWV (in de hoedanigheid van uitkeringsinstantie) was immers ‘uitgegaan van de juistheid van de door [werkgever] aangeleverde informatie dat [werkneemster] … ziek uit dienst was gegaan en dat zij op basis van die ziekmelding .. een Ziektewetuitkering aan [werkneemster] heeft toegekend.’ zodat er aan de toekenning van deze uitkering ‘geen doorslaggevende betekenis kan worden toegekend.’

Conclusie?


Gelet op het arrest adviseer ik werkgevers om zich - met enige regelmaat - te laten adviseren over (onder meer) de mogelijkheden en risico’s van de arbeidsovereenkomst en de beëindiging ervan. Voor vragen hierover of hulp bij het opstellen van arbeidsovereenkomsten, kunt u contact opnemen met mr. S.R. Nahar of mr. J.L.W. Nillesen.

Werknemers kunnen contact met mr. S.R. Nahar of mr. J.L.W. Nillesen opnemen indien zij vragen hebben over hun arbeidsrechtelijke positie vóór, tijdens of (kort) na het dienstverband.